Velden |
Tabblad 'Gegevens'
Veld (* = verplicht) |
Beschrijving |
Code * |
De code moet uniek zijn per organisatie
in Centric Begraven.
Dit gegeven is niet meer te veranderen, nadat u de stuurgegevens
van een modeldocument hebt vastgelegd, en het document
via het systeem in gebruik is genomen.
Zolang een modeldocumentdefinitie niet is gebruikt in
Centric Begraven,
kunt u de code nog bewerken.
De code vormt, net als de omschrijving, een zoekingang
om uw verzonden brieven terug te vinden.
Als u de module voor procesbewaking gebruikt, dan koppelt
u brieven
aan een reactieperiode, en aan een vervolgbrief met
uw briefcodes. Er is een specifieke procesbewakingscontrole
om de correspondentie
rondom verlengingen correct te regelen. Ook kunt u
briefcodes koppelen aan een procesbewakingscontrole, die
signaleert dat nabestaanden
van overleden rechthebbenden (maandelijks)
aangeschreven moeten worden over een eventuele overschrijving
van grafrechten. Of u koppelt een briefcode aan de controle
op overleden
belanghebbenden, zodat u kunt informeren naar de gegevens
van een nieuwe belanghebbende. Via een koppeling uit de
categorie Overige
vraagt
u een overzicht op van alle modeldocumenten, en ziet
u welke briefcodes een rol spelen in uw procesbewakingscontroles.
|
Omschrijving * |
U hebt zestig posities tot uw beschikking
om het modeldocument te omschrijven. De omschrijving vormt,
net als de code, een zoekingang
om uw verzonden brieven terug te vinden. Verder is de
omschrijving te gebruiken als een filter/selectiecriterium
in de functie Exporteren
gegevens, en
staat het bijvoorbeeld in het overzicht van brieven
voor procesbewaking. Als u de omschrijving verandert,
dan zal de omschrijving overal wijzigen: ook bij de bestaande
correspondentie.
|
Modeldocument * |
Toevoegen modeldocument
U uploadt uw modeldocument met behulp van de knop ,
en de schermknop Openen
uit het navigatiescherm van de verkenner. Het bestand
mag maximaal 5 Mb groot zijn. Het modeldocument komt in
de directory voor uw modeldocumenten te staan, als u de
nieuwe stuurgegevens vastlegt in Centric Begraven.
Bewerken modeldocument
U downloadt het modeldocument, dat u
via uw tekstverwerker wilt veranderen, met behulp van
de knop .
Via een pop-up kiest u voor:
Openen
(bestand openen in een programma, zoals Word, van waaruit
u het bestand alsnog kunt opslaan op uw pc).
Opslaan:
Opslaan (in uw
map met downloads,
waarna u dit bestand kunt openen).
Opslaan als (direct
een directory op uw pc kiezen om het bestand te bewaren,
waarna u dit bestand kunt openen).
Opslaan en openen
(bestand komt in uw map met downloads,
en wordt direct geopend).
Annuleren
(pop-up sluiten).
U bewerkt de tekst via een tekstverwerkingsprogramma.
U voegt bijvoorbeeld een variabele printrubriek toe. U
let hierbij goed op dat er tussen de apenstaartjes en
de variabele printrubriek geen spaties staan.
U slaat uw gewijzigde tekst op via uw
tekstverwerkingsprogramma.
U uploadt uw modeldocument
met behulp van de knop .
Centric Begraven
accepteert uitsluitend een document met dezelfde bestandsnaam,
als die er reeds was opgenomen.
U hebt het gewijzigde modeldocument aan
Centric Begraven
gekoppeld, als u via het laatste tabblad kiest voor Bevestigen.
|
Printer |
U kunt ervoor kiezen om de printer
aan te sturen vanuit uw tekstverwerkingsprogramma, of
via de standaardinrichting in de module Documentenuitvoer (MDU).
In dat geval laat u het veld Printer
leeg.
Wilt u documenten, die zijn aangemaakt vanuit Centric Begraven,
met een specifieke printer afdrukken, dan vult u in het
veld Printer een logische
printernaam in. Deze moet precies overeenkomen met de
waarde in het veld Alias
uit de MDU.
In de MDU
moet de alias aan een fysieke printer, en eventueel een
printerlade, gekoppeld zijn.
 |
Waar regelt u de koppeling tussen een alias
en een printer in de MDU?
Via Instellingen > Printers. |
|
Gebruikt bij * |
U geeft aan welke correspondentiesoort
hoort bij het modeldocument.
De correspondentiesoort bepaalt:
waar een document afgedrukt kan worden.
welke variabele
printrubrieken er allemaal in een stuurbestand komen
te staan. Deze variabele printrubrieken zijn te gebruiken
in uw modeldocument als variabele tekst door ze tussen
apenstaartjes in de tekst op te nemen.
in welke wijzigingsprocedure een gebruiker
komt, als hij of zij een taak gaat uitvoeren, die uit
het resultaat van een procesbewakingscontrole (gebaseerd
op een documentcode) komt.
 |
Indien het tabblad
'Begraafplaatsen' actief is, dan moet een
modeldocumentdefinitie gekoppeld zijn aan de gewenste
locaties, voordat het bijbehorende modeldocument
samen te stellen is in Centric Begraven. |
1) Deze
correspondentiesoorten kunt u als standaardcorrespondentie
opnemen.
2) Kan
standaardcorrespondentie bevatten.
|
Actief * |
De indicatie Actief
is initieel altijd aangevinkt. Hierdoor bepaalt u dat
een modeldocumentdefinitie getoond wordt als selectiemogelijkheid,
wanneer dat volgens de gekoppelde
correspondentiesoort zou moeten.
Is bij u het tabblad 'Begraafplaatsen' aanwezig, dan
moet u een modeldocumentdefinitie aan een of meer begraafplaatsen
koppelen om ervoor te zorgen dat het modeldocument te
selecteren is in een afdrukprocesstap.
Een modeldocument dat hoort bij het adresboek, en dat
aan geen enkele begraafplaats is gekoppeld, zal wel samen
te stellen zijn via de functie Afdrukken
documenten.
Wilt u een modeldocument verwijderen, maar
is het reeds gebruikt?
Dan is verwijderen
niet mogelijk. Wel kunt u kiezen voor bewerken,
en haalt u het vinkje weg bij de indicatie 'Actief'.
Is een modeldocument aan een specifiek aantal begraafplaatsen
gekoppeld, en wilt u het document bij een bepaalde begraafplaats
verwijderen? Dan regelt u dat via het tabblad 'Begraafplaatsen'. |
Tabblad 'Briefinhoud'
Veld (* = verplicht) |
Beschrijving |
Extra gegeven 1 |
U maakt een variabele printrubriek
door een omschrijving op te geven in het veld Extra
gegeven 1. Uit die omschrijving moet blijken wat
er ingevuld kan worden als inhoud van de variabele printrubriek
V402801. U neemt de tekst @V402801@ op in het tekstverwerkingsdocument.
Zodra iemand dat document wil samenstellen vanuit Centric Begraven,
zal er een extra scherm verschijnen, waarin uw omschrijving
is opgenomen voor een tekstveld. Zie ook de afbeelding
hieronder.
|
Extra gegeven 2 |
U geeft een omschrijving op voor
de variabele printrubriek V402802.
|
Extra gegeven 3 |
U geeft een omschrijving op voor
de variabele printrubriek V402803.
|
Handtekening |
U vinkt de indicatie Handtekening
aan, indien u binnen uw administratie werkt met meerdere
medewerkers, die brieven ondertekenen. Hoe u dat verder
inricht, leest u hier.
Het gebruik van verschillende handtekeningen voor uw
correspondentie, is toepasbaar voor alle correspondentiesoorten.
|
Plattegrond |
U vinkt de indicatie Plattegrond
aan, indien u in een modeldocument een uitsnede van uw
plattegrond wilt opnemen. Hoe u dat verder inricht, leest
u hier.
Voorwaarden:
U gebruikt de
Geo-koppeling.
De modeldocumentdefinitie is gekoppeld
aan de correspondentiesoort 'dossier',
'termijn', 'vergunning'
of 'verkoop'.
|

Afbeelding: voorbeeld
van modeldocument met twee extra variabele printrubrieken
Tabblad 'Begraafplaatsen'
Wanneer actief? |
Het tabblad 'Begraafplaatsen'
is actief, wanneer het
stuurgegeven Inrichting afhankelijk
van begraafplaats op 'ja' staat. |
|
|
Niet gekoppeld |
Zodra het tabblad 'Begraafplaatsen'
actief is, en u koppelt een modeldocumentdefinitie aan
geen enkele begraafplaats, dan is het bijbehorende document
niet samen te stellen, omdat het nergens toe te voegen
is.
Uitzondering hierop vormen modeldocumenten die horen
bij het adresboek.
Deze zijn begraafplaatsonafhankelijk. |
|
|
Verbinden |
U verbindt een begraafplaats
aan een modeldocumentdefinitie door een vinkje te plaatsen
in het voorste veld van de gewenste begraafplaats. Hierdoor
zal het document in een processtap Afdrukken
toegevoegd kunnen worden, mits die begraafplaats een rol
speelt in de procedure. Waar dat kan, hangt ook af van
de waarde in het
veld Gebruikt bij. |
|
|
Veranderen |
U wilt nog een andere
begraafplaats koppelen aan een modeldocumentdefinitie?
Gebruik dan de filtervelden.
U ziet alle nog niet gekoppelde begraafplaatsen,
zodra u het voorste filterveld als volgt vult: .
Wilt u echt alle begraafplaatsen zien?
Vul het voorste filterveld dan als volgt: .
Is
het de bedoeling dat een modeldocumentdefinitie bij een
bepaalde begraafplaats niet langer te selecteren is?
Haal dan het vinkje weg uit de regel van die begraafplaats. |
|