Hoofdstuk V. Bijzondere wijzen van lijkbezorging |
1 |
Een lijk kan in het belang van de wetenschap of het wetenschappelijk onderwijs worden ontleed. |
|
|
2 |
Ontleding geschiedt slechts, indien de overledene zijn lijk daartoe heeft bestemd. De artikelen 18, eerste lid, tweede volzin , en 19 zijn van toepassing. |
|
|
3 |
Bij gebreke van een bestemming inzake lijkbezorging door de overledene kan ontleding eveneens geschieden, indien de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel dan wel, bij ontstentenis of onbereikbaarheid van deze, de naaste onmiddellijk bereikbare meerderjarige bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, of, wanneer ook deze niet bereikbaar zijn, de aanwezige meerderjarige erfgenamen of anders degenen die de zorg voor het lijk op zich nemen, dit daartoe bestemmen. |
1 |
Ontleding geschiedt slechts met schriftelijk verlof van de burgemeester. Het verlof wordt binnen drie dagen kosteloos afgegeven en vermeldt de plaats van ontleding. De artikelen 12-15 zijn van overeenkomstige toepassing. |
|
|
2 |
Van het besluit van de burgemeester staat binnen 24 uren beroep open op Onze Commissaris in de provincie, die daarop onmiddellijk beslist. De Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing. |
1 |
Ontleding vangt niet eerder aan dan 36 uren na het overlijden. |
|
|
2 |
Deze handeling wordt niet verricht dan door of onder het toezicht van een arts. |
Wij geven bij algemene maatregel van bestuur voorschriften omtrent de wijze, waarop met lijken van personen of van doodgeborenen, aan boord van Nederlandse schepen op zee overleden onderscheidenlijk ter wereld gekomen, gehandeld dient te worden. Daarbij worden de gevallen geregeld, waarin een lijk overboord wordt gezet of aan een conserverende bewerking wordt onderworpen.